De overheid is allerlei nieuwe regels en plannen aan het maken voor ons pensioen. In de media is daar veel aandacht voor. Maar hoe zit ons pensioenstelsel in elkaar? Vijf vragen en antwoorden over ons pensioenstelsel op een rij.
1. Hoe zit het pensioenstelsel in elkaar?
Het Nederlandse pensioenstelsel bestaat uit drie onderdelen, ook wel ‘pijlers’ genoemd:
-
Eerste pijler: AOW-pensioen van de overheid
De AOW is pensioen van de overheid waaraan alle werkende Nederlanders meebetalen via de loon- en inkomstenbelasting. Ook de overheid betaalt mee. Iedereen die in Nederland woont of werkt, bouwt automatisch AOW op. Hebt u een tijd in het buitenland gewoond en/of gewerkt? Dan kan het zijn dat u minder AOW hebt. Check uw AOW-opbouw via de website van de Sociale Verzekeringsbank.
Verder biedt de overheid in de eerste pijler voor nabestaanden een Anw-uitkering en voor arbeidsongeschikten een WIA-uitkering. -
Tweede pijler: Collectief aanvullend pensioen via de werkgever
De aanvullende pensioenen zijn een zaak van werknemer en werkgever. De werknemer staat een deel van zijn bruto salaris af als pensioenpremie. De werkgever betaalt ook een deel. De werkgever maakt de totale pensioenpremie over aan de pensioenuitvoerder. Dat kan een verzekeraar zijn of een pensioenfonds of een premiepensioeninstelling (PPI).
Via uw werk bouwt u pensioen op bij Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij. Hoeveel premie u betaalt, kunt u zien op uw salarisstrook. Hoeveel pensioen u hebt bij ons fonds voor uzelf en uw eventuele nabestaanden kunt u zien op uw jaarlijkse Uniform Pensioenoverzicht. Een totaaloverzicht van uw pensioen bij verschillende werkgevers, kunt u zien op www.mijnpensioenoverzicht.nl. -
Derde pijler: Individueel bijsparen voor extra pensioen
Werknemers kunnen individueel bijsparen voor extra pensioen. Het gaat dan om bijvoorbeeld lijfrente of banksparen. De bedragen die u hiervoor inlegt, kunt u onder voorwaarden aftrekken van de belasting. Meer hierover leest u op de website van de Belastingdienst.
2. Wat doen pensioenfondsen met het ingelegde geld?
Pensioenfondsen beleggen geld dat zij via de werkgevers ontvangen. Beleggen levert op lange termijn meer geld op dan sparen via een bank. Met beleggen wordt rendement (= winst) geboekt. Het rendement op de beleggingen moet ervoor zorgen dat, samen met de totaal ingelegde pensioenpremies, de werknemer straks een pensioen ontvangt. Pensioenfondsen houden de risico’s van beleggen goed in de gaten. Ze verdelen de beleggingen over verschillende categorieën (bijvoorbeeld aandelen, onroerend goed of staatsleningen) en landen. Zo spreiden ze de risico’s. In ons jaarverslag leest u hoe het staat met de beleggingen van ons pensioenfonds.
3. Waarom kwamen pensioenfondsen in de problemen?
Vanaf september 2008 daalde de waarde van de beleggingen van pensioenfondsen. Dat kwam door de val van de bank Lehman Brothers en de daaropvolgende vrije val op de aandelenbeurzen. In de jaren daarna maakten pensioenfondsen dat verlies weer goed.
Daarnaast daalde door de crisis de rente. Omdat pensioenfondsen met deze lagere rente rekening moeten houden, moeten ze meer geld opzij leggen om alle pensioenen te kunnen betalen in de (verre) toekomst.
Een derde ontwikkeling die pensioenfondsen veel geld kost, is de onverwacht snel gestegen levensverwachting. We leven allemaal langer. We ontvangen dus ook langer pensioen, want een pensioen ontvangt u zolang u leeft. Daarom moeten pensioenfondsen in de toekomst meer geld uitkeren dan dat vooraf op gerekend is en daar moeten ze nu al rekening mee houden.
4. Zijn de problemen inmiddels opgelost?
Veel pensioenfondsen moesten maatregelen nemen om weer financieel gezond te worden. Bijvoorbeeld door de premie (tijdelijk) te verhogen en/of de jaarlijkse verhoging van de pensioenen niet door te laten gaan. Enkele tientallen pensioenfondsen moesten de pensioenen zelfs verlagen. Dat was bij ons pensioenfonds niet het geval.
Nu zijn bijna alle pensioenfondsen uit het rood, hoewel het herstel nog broos is en de reserves nog aangevuld moeten worden om eventuele klappen in de toekomst weer op te kunnen vangen. Op deze website kunt u in een grafiek zien hoe ons pensioenfonds er nu financieel voor staat.
De overheid werkt aan nieuwe spelregels voor pensioenfondsen, zodat ze in de toekomst nog beter klappen kunnen opvangen als het niet goed gaat met de economie. Waarschijnlijk betekent dat echter ook dat de fondsen nog meer reserves moeten opbouwen. Dat is geld dat dan niet uitgegeven kan worden aan andere zaken, zoals een jaarlijkse verhoging van de pensioenen.
5. Moeten pensioenfondsen wel beleggen?
Uit onderzoek van de Pensioenfederatie blijkt dat de helft van de Nederlanders vindt dat pensioenfondsen niet moeten beleggen met hun ingelegde pensioenpremies. Zij vinden beleggen te riskant. Maar als pensioenfondsen de afgelopen 25 jaar alleen hadden gespaard en niet hadden belegd, dan waren de pensioenen nu 40% lager geweest of was de premie 70% hoger geweest.